Page 30 - Woningopsplitsing
P. 30

Aanverwante regelgeving
1
6.2
Inschrijvingsplicht bron: omzendbrief Dewael + VVSG
De Belgen en de vreemdelingen die toegelaten of gemachtigd zijn om zich in het rijk te vestigen, moeten worden ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente waar zij hun hoofd- verblijf hebben, ongeacht of zij er aanwezig dan wel tijdelijk af- wezig zijn.
Een hoofdverblijfplaats is de plaats waar de leden van een ge- zin dat uit verscheidene personen is samengesteld gewoonlijk leven, ongeacht of die personen al dan niet door verwantschap met elkaar verbonden zijn, of de plaats waar een alleenstaande gewoonlijk leeft. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is ge- baseerd op een feitelijke situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar.
Wettelijk is bepaald dat geen enkele inschrijving als hoofdver- blijfplaats geweigerd mag worden vanwege veiligheid, gezond- heid, het urbanisme of de ruimtelijke ordening. Op basis van de federale wetgeving moet men dus inschrijven, terwijl op basis van andere (Vlaamse of gemeentelijke decreet- en regelgeving) een inschrijving niet mogelijk is.
Voorlopige inschrijving
In dergelijke gevallen kan de gemeente voorlopig inschrijven. Het K.B. van 26 juli 1992 bepaalt immers: “Ieder gezin dat om een inschrijving verzoekt in een gebouw waar permanente bewoning niet toegelaten is om reden van veiligheid, de gezondheid, het urbanisme of de ruimtelijke ordening, wordt (...) voorlopig inge- schreven.” Indien een gemeente een persoon tijdelijk inschrijft, doet zij er goed aan de persoon duidelijk van (de betekenis van) die situatie op de hoogte te stellen.
Liefst tegelijk met een tijdelijke inschrijving, maar uiterlijk bin- nen drie maanden volgend op de inschrijving, wordt een admi- nistratieve of gerechtelijke procedure opgestart die een einde moet maken aan de aldus ontstane onregelmatige toestand. Zet de gemeente niet binnen de drie maanden een van de twee pro- cedures in, dan wordt de inschrijving de nitief.
De administratieve procedure kan bijvoorbeeld bestaan uit het starten van een procedure voor het uitspreken van een woonver- bod door de burgemeester, het uitvaardigen van een bevel tot staken van strijdig gebruik of het starten van een procedure voor een besluit van onbewoonbaarheid.
De gerechtelijke procedure bestaat bijvoorbeeld uit de opmaak van een dagvaarding houdende vordering tot staken van een strij- dig gebruik (in geval van een stedenbouwkundige overtreding). De vraag is of louter het opstellen en versturen van een proces- verbaal naar het parket voldoende is om als opstarten van een ‘gerechtelijke procedure’ te kunnen worden beschouwd. Omdat het K.B. spreekt van de ‘bevoegde gemeentelijke overheid’ lijkt het bovendien niet te volstaan indien een andere overheid al een gerechtelijke procedure heeft opgestart. Als er bijvoorbeeld al een gerechtelijke procedure loopt voor een illegale woning, dan zou het toch nog nodig zijn dat de gemeente zelf alsnog een ad- ministratieve of gerechtelijke procedure opstart.
De keuze welke procedure het meest geëigend is, zal afhangen van het antwoord op de vraag om wat voor soort overtreding het gaat. Bij een illegale woning of een permanente bewoning lijkt een gerechtelijke procedure via het Decreet houdende de orga- nisatie van de ruimtelijke ordening het meest aangewezen. Gaat het om onbewoonbaarheid of is het pand niet geschikt voor be- woning, dan zal optreden via de Vlaamse Wooncode het meest aangewezen zijn.
Indien na drie jaar volgend op de tijdelijke inschrijving geen be- slissing is gevallen in de administratieve of de gerechtelijke pro- cedure, dan wordt de tijdelijke inschrijving alsnog de nitief.
De voorlopige of de nitieve inschrijving in een bevolkingsregis- ter maakt op geen enkele manier een stedenbouwkundig misdrijf ongedaan en betekent evenmin dat de gemeente ermee instemt dat het gebouw of de woning voor bewoning wordt gebruikt. Een inschrijving in het bevolkingsregister betekent louter een weer- gave van de feitelijke toestand. Ook het feit dat een pand eerder al was bewoond (met een de nitieve inschrijving), betekent niet dat een volgende bewoner onmiddellijk de nitief moet worden ingeschreven.
..30 • WONINGOPSPLITSING


































































































   28   29   30   31   32