Page 24 - Woningopsplitsing
P. 24

Richtlijnen
1
MICRONIVEAU
5.5.5 Toegankelijkheid en veiligheid
5.5.5.1 Brandweeradvies
Elke woongelegenheid moet voldoen aan alle vereisten inzake brandveiligheid. Een stedenbouw- kundige vergunning kan slechts afgeleverd worden onder de voorwaarden dat inzake de brand- veiligheid, de brandweerstand en de evacuatievoorzieningen van de constructie, het advies van de brandweer strikt wordt gevolgd. De stedenbouwkundige vergunning kan desnoods de voorwaarden gesteld in het brandweeradvies opleggen.
5.5.5.2 Rechtstreekse toegang via voor- of zijkant van woning
Iedere woning moet rechtstreeks toegankelijk zijn van op de openbare weg, dus niet via de andere wooneenheid. De toegang via een gemeenschappelijke hal is toegestaan.
De hoofdtoegangen tot de verschillende wooneenheden moeten zich aan de voor- of zijkant van het gebouw bevinden. De toegang via de zijkant van de woning moet zich bevinden binnen een straal van 6m van de voorgevel. Hoofdtoegangen die zich aan de zijkant van het gebouw bevinden, mogen op geen enkele manier de privacy van de achterliggende tuin schaden. Hoofdtoegangen langs de achterzijde van de woning zijn niet toegelaten.
Aanbeveling
Iedere woongelegenheid kan best beschikken over minstens één deurbel en over één aparte brie- venbus, geplaatst volgens de voorschriften van De Post.
5.5.6 Parkeren
Iedere woongelegenheid dient in principe te beschikken over minstens één autostandplaats, zijnde niet gelegen op het openbaar domein.
Aanbevelingen
-
-
Bij het plaatsen van een garagepoort dient de typologie van gevels die deel uitmaken van een ge- sloten gevelrij gerespecteerd te worden. Het is niet aangewezen om een garagepoort te plaatsen in de voorgevel van een gebouw dat deel uitmaakt van een gesloten gevelrij, wanneer de breedte van het perceel, gemeten op de grens met de openbare weg, smaller is dan 7 meter.
Indien de verschillende woongelegenheden niet kunnen beschikken over een eigen parkeer- plaats op het perceel waarop ook de woongelegenheid gebouwd werd, kunnen volgende maat- regelen in acht genomen worden:
• Bijkomend kan een gemeenschappelijke overdekte  etsenberging voorzien worden met een
minimale oppervlakte van 1,90m x 0,70m x 2 (per woongelegenheid).
• Een huurcontract van een parkeerplaats dient voorgelegd te worden.
• De opmaak van een gemeentelijk reglement omtrent het parkeerbeleid. (bijvoorbeeld: het
belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen en  etsenstallingen van de stad Leuven, Genk)
24 • WONINGOPSPLITSING


































































































   22   23   24   25   26