Page 14 - Woningopsplitsing
P. 14
Richtlijnen
1
MACRONIVEAU
MESONIVEAU
5.3 Niveau van de omgeving
De beoordeling van de verenigbaarheid van een gebouw met de onmiddellijke omgeving moet nauwkeurig en concreet worden gecontroleerd op basis van een analyse van de algemene aanleg van het betrokken gebied en van de weerslag van het gebouw op de levensomstandigheden van de wijk. Daarbij moet worden uitgegaan van de speci eke kenmerken van de onmiddellijke omgeving, zoals: de aard, het gebruik en de bestemming van de gebouwen of open ruimten in de omgeving. In welke bestemmingszone is het pand gelegen? En welke gevolgen heeft dat naar mogelijkheden voor renovatie, uitbreiding of bestemming?
Ook de woningdichtheid van het gebied behoort tot de speci eke kenmerken van de onmiddellijke omgeving. Voor de stedelijke gebieden is een na te streven woningdichtheid van 25 woningen per hectare als een stedelijke dichtheid te beschouwen. Voor de kernen van het buitengebied is een na te streven woningdichtheid van 15 woningen per hectare als een dichtheid eigen aan een woonkern te beschouwen. (cfr. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen)
o Gelden er speci eke voorschriften voor het pand: voorschriften van een verkaveling, BPA of een ruimtelijk uitvoeringsplan, rooilijnplannen of zijn er speci eke verordeningen?
5.4 Niveau van de straat
o Wat is de vergunningstoestand van het pand? Zijn er eventuele recente uitbreidingen of wij- zigingen gebeurd en waren deze al of niet vergund? Zo niet, komen ze voor regularisatie in aanmerking?
o Is het pand wettelijk beschermd of behoort het tot een beschermd dorpsgezicht?
o Is het gebouw verkrot, onbewoonbaar verklaard of volgens de Vlaamse Wooncode ongeschikt
voor bewoning?
o Staat het pand op zichzelf of sluit het aan bij een ander pand, een groep huizen, een straat-
wand, een dorpsgezicht? Is er een eenheid in de straatwand? Sluit het zich aan bij de hoogte, het ritme, de kleur en de textuur van de straatwand? Staan er gelijkaardige panden (met meergezinswoningen) in dit straatbeeld? Hoe verhoudt het zich tot zijn omgeving?
14 • WONINGOPSPLITSING