Page 13 - Woningopsplitsing
P. 13
WONINGOPSPLITSING • 13
5.2 Begrippen
• woning of woongelegenheid: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. (cfr. Vlaamse Wooncode)
• eengezinswoning: Een gebouw bestaande uit één woongelegenheid.
• meergezinswoning: Een gebouw bestaande uit minimum 2 woongelegenheden.
• woonlokaal: Een lokaal, bestemd om te worden gebruikt als keuken, woon- of slaapkamer. De volgende lokalen kunnen geen woonlokaal vormen: de voorhal, de gangen, de toiletten, de bad- kamers en de wasruimten, de bergplaatsen, de niet voor bewoning ingerichte kelders, zolders en bijgebouwen, de garages en de lokalen voor beroepsbezigheden.(cfr. Kamerdecreet)
• totale bruto-vloeroppervlakte van een woonentiteit: De totale bruto-vloeroppervlakte van de woning is de som van de oppervlakten van elke bewoonbare verdieping die zich maximum 1m on- der het maaiveld bevindt. De oppervlakte wordt gemeten langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de woning omhullen. Enkel die vloeroppervlakte met een vrije hoogte van minimum 2,50m wordt in rekening gebracht. Deze hoogte wordt gemeten tussen de boven- kant van de afgewerkte vloer en de onderzijde van de verdiepingen die erboven gelegen zijn. Voor hellende plafonds wordt enkel de vloeroppervlakte vanaf de hoogte 2,00m in rekening gebracht. Vrijstaande achterbouwen zijn niet inbegrepen.
• netto-vloeroppervlakte van een woonlokaal: De oppervlakte gemeten tussen de muren, zonder de constructiedikte van de wanden. Enkel die vloeroppervlakte met een vrije hoogte van minimum 2,50m wordt in rekening gebracht. Deze hoogte wordt gemeten tussen de bovenkant van de afge- werkte vloer en de onderzijde van de verdiepingen die erboven gelegen zijn. Voor hellende plafonds wordt enkel de vloeroppervlakte vanaf de hoogte 2,00m in rekening gebracht.
• hoofdtoegang: De belangrijkste toegang tot de woongelegenheid. Indien de woongelegenheid slechts één toegang heeft, wordt deze als hoofdtoegang beschouwd.
• buitenruimte: De oppervlakte van het gedeelte van het perceel dat niet wordt ingenomen door bebouwing. Terrassen op verdiepingen en/of terrassen op platte daken zijn eveneens in de buiten- ruimte opgenomen.