Page 10 - Woningopsplitsing
P. 10
Beleidsaanbevelingen
4
4.1 Samenwerking dienst ruimtelijke ordening en dienst bevolking
Zoals eerder gebleken is de samenwer- king tussen de dienst bevolking en ruim- telijke ordening van groot belang in deze materie. Deze twee diensten worden bei- den geconfronteerd met de problematiek rond woningopsplitsing, inschrijving en het toekennen van huisnummers. Wan- neer bijvoorbeeld een inwoner zich aan- meldt voor een inschrijving bij de dienst bevolking, kan deze dienst via de dienst ruimtelijke ordening nagaan of perma- nente bewoning in het pand is toegestaan en/of de bouwtechnische toestand van het pand in orde is. Wettelijk is er echter bepaald dat geen enkele inschrijving als hoofdverblijfplaats geweigerd mag wor- den vanwege veiligheid, gezondheid, het urbanisme of de ruimtelijke ordening. Op basis van de federale wetgeving moet men dus inschrijven terwijl op basis van Vlaamse en gemeentelijke regelgeving een inschrijving niet mogelijk is. Om schrijnende toestanden met dito uitwas- sen te vermijden is een coherent beleid over de gemeentelijke diensten heen zeer wenselijk.
10 • WONINGOPSPLITSING
4.2 Reguleren van woning opsplitsing
Een van de belangrijkste thema’s binnen het lokaal woonbeleid is de bewaking en bevordering van de kwaliteit van het wo- ningpatrimonium. Ook bij de opsplitsing van een woning mag er niet ingeboet worden op de woonkwaliteit. Om tot een optimale kwalitatieve woningopsplitsing te komen, kunnen best heel wat rand- voorwaarden in acht worden genomen. Enerzijds moet elke woongelegenheid over een aantal functies beschikken zo- als een leefruimte, slaapruimte, badka- mer, toilet, bergruimte en buitenruimte. Anderzijds dienen deze ruimten aan mi- nimale oppervlaktenormen te voldoen. Daarnaast moet een woongelegenheid ook over voldoende verlichting- en ver- luchtingsmogelijkheden beschikken. Een rechtstreekse toegang voor elke woon- gelegenheid via de openbare weg, een bruikbare en private buitenruimte e.d., zijn allemaal basisvereisten waaraan ie- dere woongelegenheid moet voldoen wil men de woonkwaliteit garanderen. Bij de beoordeling van een stedenbouwkun- dige aanvraag van een woningopsplitsing kunnen al deze randvoorwaarden best in ogenschouw worden genomen. Hiervoor
is het noodzakelijk dat de gemeenten over een goed toetsingskader kunnen beschikken. Met de stuurgroep werd hier rond gewerkt, het resultaat werd verwerkt als een richtlijn en is terug te vinden in hoofdstuk 5.
In Vlaanderen zijn er al een aantal ge- meenten die met een verordening rond woningopsplitsing werken. De aanlei- ding voor de opmaak van de verordening verschilt van gemeente tot gemeente. In Hasselt bijvoorbeeld merkte men dat in het stedelijk gebied het aanbod aan een- gezinswoningen zienderogen achteruit ging ten voordele van appartementen en studio’s. Het huisvestingsbeleid is er nu op gericht om die bepaalde bevolkings- groep te beschermen en het bestaande aanbod aan woningen geschikt voor jonge gezinnen met kinderen, maximaal te behouden. Hiervoor werd een verorde- ning opgesteld waarin een aantal rand- voorwaarden werden opgenomen waar- aan een woning moet voldoen voor het creëren van bijkomende wooneenheden.